Leuk hoor, belastingheffing introduceren in Afrika. Multinationals weten de regels – met hulp van dure belastingexperts – gewoon te omzeilen. Klaartje Jaspers, jarenlang woonachtig in Zambia, laat zien hoe mijnbouwbedrijf Glencore zich verrijkt ten koste van Zambianen.

Mufulira, 2007. De huizen op het mijnwerkerscompound hebben verroeste daken met gapende gaten erin. Tussen de woningen staan enkele hardnekkige heggetjes. Tomaten en gras groeien hier allang niet meer. Kinderen hoesten, hun werkloze ouders hebben geen geld voor medicijnen of om hun kroost naar school te sturen. Hoeveel dorpsbewoners aan kanker lijden, durven dokters niet te zeg-
gen. Wel dat de stoffen in de alom aanwezige zwavelzuurnevel bekend staan als kankerverwekkend.

Dit is wat er is geworden van Mufulira, thuisbasis van de Mopanimijn en een van Zambia’s grootste kopersteden. Tien jaar eerder hadden de mijnwerkers en hun families er recht op gratis onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting. Toen was de mijn nog in handen van de Zambiaanse staat. Sinds
2000 is Mopani eigendom van het Zwitserse Glencore en First Quantum uit Canada. Enkele mijnwerkers kregen een loonsverhoging, maar moesten met hun iets hogere salaris allerlei extra uitgaven voor onderwijs en gezondheidszorg doen. Minder gelukkige werknemers werden ontslagen en vervolgens op onregelmatige basis weer ingehuurd via een lokaal uitzendbureau. Tegen een lager salaris.

Wie wordt hier beter van? Zambia niet. De Noorse ambassade heeft laten berekenen dat Glencore 3 miljard dollar aan koper uit Zambia exporteerde en daarover in Zambia slechts 50 miljoen dollar belasting betaalde. De Zambiaanse regering liep in een jaar 174 miljoen dollar mis, schat Eurodad, het Europese netwerk voor schuld en ontwikkeling. Glencore gebruikt allerlei fiscale constructies om de winst van Mopani door te sluizen naar een Zwitserse bankrekening.

speciale contracten
Hoe doet Glencore dat? Sinds het zich vestigde in Zambia maakte het bedrijf gebruik van geheime contracten. Toen de koperprijs nog laag stond, paaide de Zambiaanse regering, aangemoedigd door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), buitenlandse investeerders met zogeheten vestigingscontracten. Daarin was vastgelegd dat ze 15 à 20 jaar nauwelijks belasting hoefden te betalen.

Daarbij kregen de buitenlandse bedrijven vrijstelling van een aantal milieuwetten. Mopani kon maximaal vervuilen, zonder dat het daarvoor een boete of zelfs maar een berisping kreeg. Daar maakte het bedrijf grif gebruik van toen de wereldprijzen voor koper verviervoudigden. Met de haast om zo snel mogelijk zo veel mogelijk koper uit de Mopanimijn te halen, steeg ook de uitstoot van het zwavelzuur dat bij de productie vrijkomt.

“Wij houden ons aan de afspraken in de vestigingsovereenkomst”, meldt een enigszins geagiteerde PR-dame desgevraagd. Om daaraan toe te voegen dat het aan de Zambiaanse overheid is om onderwijs en gezondheidszorg te faciliteren. En dat Mopani wel initiatieven steunt tegen aids en malaria,
en een tuintje opende voor gepensioneerden.

vals prijskaartje
Mufulira, 2008. De Zambiaanse overheid stelt een nieuwe mijnwet in. Daarmee wil de regering een einde maken aan de vestigingscontracten. In de nieuwe wet staat dat mijnbedrijven meer belasting moeten gaan betalen en inzicht moeten geven in hun boekhouding. De overheid wil ook een nieuwe windfall-belasting invoeren, waardoor Zambia in de winst deelt als de wereldkoperprijzen stijgen. Dit leidt tot zo veel protest van de mijnbouwbedrijven dat Zambia de belasting binnen een jaar weer afschaft. Desalniettemin moeten mijnbouwbedrijven meer belasting betalen dan voorheen.

Glencore vindt verschillende manieren om die nieuwe belastingen te ontwijken. De voornaamste is transfer pricing, zo blijkt als Mopani’s administratie over 2009 uitlekt. Het Franse pro deo-advocatenkantoor Sherpa ontvangt een anonieme kopie waaruit duidelijk wordt dat Mopani de koper uit Zambia voor een extreem lage prijs verkoopt aan moederbedrijf Glencore in Zwitserland. Daardoor wordt er in Zambia nauwelijks winst gemaakt, en hoeft er maar over een heel klein bedrag 25 procent winstbelasting te worden betaald.

Eenmaal in Zwitserland wordt het koper juist voor een hoge prijs van de hand gedaan. In de Alpenstaat ligt de belasting op winst veel lager. ‘Als Zambia in 2008 even veel voor het koper had gekregen als Zwitserland, dan was het bruto nationaal product van Zambia twee keer zo hoog geweest’, zo werd
berekend in de documentaire Stealing Africa. Het koper gaat overigens alleen ‘op papier’ naar Zwitserland. Het geld gaat uiteindelijk naar de bankrekening van het Zwitserse Glencore. De klant ontvangt het metaal direct vanuit Afrika.

onkosten aftrekken
Het summiere bedrag waarover Mopani in Zambia belasting moet afdragen, wordt nog verder verlaagd doordat het bedrijf doet alsof het enorme onkosten maakt. Net als bij andere mijnbouwbedrijven in Zambia stegen de lonen. Maar terwijl concurrent Kanshansi de salarissen tussen 2005 en 2007 met 20 procent verhoogde, werd het loon van de medewerkers van Mopani zelfs verdubbeld en van de gemaakte winst afgetrokken. Bij navraag in Mufulira zeggen de mijnwerkers dat zij 60 euro per maand ontvangen, net als voorheen. “Net voldoende om de huur te betalen”, zegt een elektrotechnicus.
Hij is boos, want “in het contract stond dat ik een beter salaris zou krijgen en meer sociale voorzieningen. Het tegendeel is waar.” Mufulira’s vrouwen klussen bij in de prostitutie. Kinderen zoeken hun heil buiten de fameuze Copper Belt.

“De nieuwe mijneigenaren gebruiken onze onwetendheid om hun rijkdom te maximaliseren”, zegt de directeur van de Zambiaanse mijnwerkersvakbond. “De mijnwerkers zien niets terug van de winsten die op het koper worden gemaakt.”

legaal of illegaal
Dit verhaal zou ook over een ander bedrijf dan Glencore kunnen gaan. Volgens onderzoek uit 2010 van Global Financial Integrity (GFI) maakten ook de andere mijnbouwbedrijven in Zambia zich schuldig aan transfer pricing. Tussen 2001 en 2010 liep de Zambiaanse schatkist hierdoor 4,9 miljard dollar
mis. Het bedrag dat op deze wijze tussen 1970 en 2008 uit Afrika vloeide, zou volgens GFI voldoende zijn om alle schulden van het continent af te lossen. Ook het Tax Justice Network – opgericht om dit soort belastingmisstanden onder de aandacht te brengen – presenteert enorme getallen. Volgens
de organisatie houden miljonairs en multinationals meer dan 21 biljoen dollar verborgen in belastingparadijzen. Meer dan de economieën van Japan en Amerika bij elkaar.

Zambia Sugar betaalt nul dollar
Een marktvrouw in Zambia verdient ongeveer 130 dollar
per maand. Zambia Sugar PLC, een dochteronderneming
van Associated British Foods, vergaart elke maand 1,5 miljoen
dollar. Toch betaalt de marktvrouw meer belasting dan de sui-
kerfabriek, zo bleek uit het rapport Sweet Nothings van hulp-
organisatie ActionAid. Sterker nog: Zambia Sugar betaalt in
Zambia helemaal geen belasting.

Dat kan doordat Zambia Sugar grote bedragen overmaakt
naar zusterondernemingen in belastingbedrijven, zoals
bijvoorbeeld Illova Sugar Coöperatief U.A. in Nederland.
“Doordat Nederland en Zambia een belastingverdrag hebben
gesloten, hoeft er over het geld dat naar Nederland gaat maar
5 procent belasting in Zambia te worden betaald, in plaats van
de gebruikelijke 15 procent”, aldus ActionAid.

Daarnaast onderhandelde het bedrijf met de Zambiaanse
belastingautoriteiten om speciale gunsten te krijgen. “We
zeggen niet dat Zambia Sugar en haar moederbedrijf iets ille-
gaals doen”, benadrukt ActionAid. Wat de bedrijven doen is
zelfs niet ongebruikelijk.

De grens tussen legale belastingontwijking en belastingontduiking is vaag. Stiekem er een geheime Zwitserse bankrekening op nahouden om zo min mogelijk belasting te betalen is illegaal. Een dure belastingadviseur inhuren die je vertelt hoe je je geld via allerlei lege kantoren in verschillende landen naar Zwitserland kunt sturen, zodat je even weinig belasting betaalt, is legaal. Het sjoemelen met prijskaartjes is officieel niet legaal, maar bedrijven wassen hun handen in onschuld totdat een rechter anders besluit. In 2011 dienden vijf maatschappelijke organisaties een klacht in tegen Mopani’s eigenaren. Volgens hen schenden de bedrijven de afspraken voor multinationals. De rechter heeft nog geen uitspraak gedaan.

Mufulira 2013. De mijnwerkersbuurt staat inmiddels officieel bekend als een van Zambia’s meest vervuilde woonplaatsen. Lozingen vergiftigen het drinkwater en ondergrondse ontploffingen doen de huizen op hun grondvesten trillen. Mopani zegt in december dit jaar een nieuwe smelter te installeren. Die moet de productie opschroeven en tegelijkertijd de vervuiling terugdringen. De bewoners moeten het nog zien. ‘Infestors’ (verpesters) noemen de mijnwerkers de ‘investors’.

Glencore onthoudt zich van commentaar.

Dit artikel verscheen eerder in de belastingspecial van OneWorld, april 2013